Trends in ‘Staat van het Onderwijs 2018’

De staat van het onderwijs 2018… Eén van de conclusies in het rapport is dat de kwaliteit van het Begrijpend Lezen gestaag achteruit gaat.  Nu gaat de onderwijsinspectie er prat op dat ze in dit rapport ook trends signaleert. Wel, laten we er eens naar kijken…

Het rapport spreekt over segregatie (hoger opgeleide ouders kiezen ‘betere’ scholen met meer gelijk publiek), het feit dat een kwart van de basisschoolbezoekers een migratie-achtergrond heeft, etnische segregatie neemt af… Verder noemt de inspectie dat er verschillende eindtoetsen worden afgenomen. Zij noemt de eindtoetsen niet vergelijkbaar. Ze heeft wel onderzocht dat gemiddeld de CET- en IEP-eindtoets vaker wordt afgenomen bij leerlingen met hoger opgeleide ouders, dan de Route-8-toets. (Er wordt wel even bij gezegd dat de Route 8-toets vooral wordt afgenomen in Drenthe en Zeeland, zonder daar dan weer bij te vermelden dat dat niet de provincies zijn met een hoge mate van segregatie in publiek.)
De daling van resultaten van het leesonderwijs wordt als zeer zorgelijk genoemd, mede vanwege het effect op andere vakken. De genoemde cijfers op pagina 53 en 54 zijn wel duidelijk…..

Nog wat losvaste opmerkingen: lage leesmotivatie, vooral jongens minder goed in lezen, gemiddeld opleidingsniveau ouders is niet per definitie bepalend voor leesopbrengsten van een school, en daarnaast zal ik ongetwijfeld nog wel wat minder belangrijke zaken hier niet hebben genoemd.

Maar: het rapport gaat toch ook uit van trends? Dat zou je toch niet aan het onderwijsvolk moeten overlaten?

Als ik om me heen kijk, dan herken ik het gebrek aan motivatie dat door de inspectie genoemd wordt. Het klopt, begrijpend lezen wordt niet als leuk ervaren, zeker niet als je het vak op een eilandje zet. Dat is dan ook de reden dat steeds meer scholen zijn gaan werken met Nieuwsbegrip, een leesmethode die dan in elk geval probeert met teksten, die aansluiten bij de actualiteit, het lezen aantrekkelijker te maken. (Dat hier en daar de methode Nieuwsbegrip nu als potentiële oorzaak wordt genoemd voor het verslechteren van de opbrengst van leesonderwijs , is als de leraar die de methode de schuld geeft van het gebrek aan resultaat, zo gebeurde dat in menig personeelskamer ook met andere methoden).

Wat me verbaast is dat het hele rapport niet ingaat op trends die met het onderwerp te maken hebben. Ik noem er drie:

1. Al geruime tijd worden CITO-toetsen afgenomen in het basisonderwijs, waaronder Begrijpend Leestoetsen. Met enige regelmaat worden deze toetsen aangepast en onder een nieuwe naam uitgebracht. Wat dan tegelijkertijd ook gebeurt is dat de toestnormen naar boven worden aangepast. Wat mij nu verbaast is dat de effecten van deze normverhoging niet zichtbaar worden gemaakt. Dat roept de vraag op of er wel echt sprake is van slechter lezen, dan wel dat verhoging van normen tot gevolg heeft dat gemiddelde resultaten dalen.
2. Vanaf 2014 heeft het basisonderwijs te maken met Passend Onderwijs. De consequentie daarvan is dat leerlingen met leerproblemen langer op de basisschool blijven, en daar dus meedrukken op de gemiddelde onderwijsresultaten. Ook die van lezen.
3. Steeds meer kinderen hebben al vanaf heel jong een digitaal middel beschikbaar en spelen daarmee frequent games; deze middelen
boeien kinderen veel meer dan boeken en teksten. Daarnaast (en dat zal de inspectie bekend zijn) hebben ouders steeds minder tijd beschikbaar voor het voorlezen aan hun kinderen, en misschien ook wel minder interesse daarvoor (tenslotte is voorlezen aan een kind, dat jengelt om de iPad, geen pretje).

Scholen volgen vaak deze trend ook. Steeds vaker is een beeldscherm beschikbaar waarop teksten worden aangeboden.

Het spreekt voor zich dat minder lezen en doorgelezen worden effect heeft op de schoolprestatie. Immers: de woordenschat zal aanmerkelijk kleiner zijn. Uit onderzoek blijkt dat men van een tekst minstens 90 % van de woorden actief moet begrijpen.

In het boek ‘Digiziek’ waarschuwt prof. Manfred spier al in 2015 voor de negatieve gevolgen van beeldschermgebruik. In hoofdstuk 8 van zijn boek (de hoofdstuktitel is ‘Digitale kinderjaren: zonder zintuigen, zonder taal’) staat onder andere:

‘Kinderen die traditionele boeken voorgelezen kregen, onthielden de volgorde en details van de gebeurtenissen significant beter dan kinderen aan wie een e-book was voorgelezen’.
Wellicht is het zinvol dat de onderwijsinspectie de zaken klip en klaar benoemt, dan wel zwijgt en eerst serieus onderzoek doet, in plaats van slechts te kijken naar CITO-scores.Niets van dit al kan ik terugvinden in het rapport, en ik vraag me dan ook af:
– wat de waarde van dit rapport is als trends en oorzaken niet benoemd worden

– en conclusies niet bijdragen aan het oplossen van  problematiek

Volgende week: waarin ‘De staat van het onderwijs’ zich zelf tegenspreekt.

Dit bericht is geplaatst in Onderwijs, Politiek, Professie. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *