Sjoemel-politicus van het jaar

Onlangs ontving de Tweede Kamer een tussentijdse evaluatie van staatssecretaris Dekker, over Passend Onderwijs (deze kun je nalezen op: https://www.passendonderwijs.nl/nieuws/elfde-voortgangsrapportage-passend-onderwijs/

Hoe het kan, ik weet het niet; maar als deze meneer een rapport naar de Kamer stuurt slaat mijn kat meteen alarm (een soort anti-vlooien-reactie). Misschien komt het omdat deze staatssecretaris een gladde prater is, waarmee hij ondertussen een feitendraaier is?

In elk geval: lees de rapportage (hoofdstuk 1 is al voldoende) om te weten dat Passend Onderwijs een daverend succes gaat worden. Niets over kinderen tussen wal en schip, niets over grote klassen en de problematiek van zorg-op-maat, niets over te weinig handen-in-de-klas, niets over extreme werkdruk… Natuurlijk zijn er wel wat beertjes op de route maar in grote lijnen is dit precies wat goed is voor kinderen en leraren!

Nu heb ik gelukkig mijn kat. Dat beest houdt van de waarheid, van deugdelijke feiten en redeneringen. Die attendeerde mij dan ook direct op dat rapport van de Algemene Rekenkamer, van enige weken geleden. Die Rekenkamer heeft de financiën onder dat Passend Onderwijs onderzocht (je kunt het rapport vinden op http://www.rekenkamer.nl/Publicaties/Onderzoeksrapporten/Introducties/2017/05/Verantwoordingsonderzoek_2016/Resultaten_verantwoordingsonderzoek_2016_bij_het_Ministerie_van_Onderwijs_Cultuur_en_Wetenschap

Kijk, dit vindt meneer Dekker de goed punten:

  • Er wordt steeds meer samengewerkt tussen regulier en speciaal onderwijs.
  • Meer leerlingen krijgen een passende plek op een reguliere school.
  • De aandacht voor thuiszitters is toegenomen. Samenwerkingsverbanden en gemeenten zijn samen actief bezig om te kijken hoe zij ook voor deze leerlingen onderwijs kunnen organiseren.

En dit zegt de Rekenkamer:
– Zicht op besteding middelen passend onderwijs is niet verbeterd
– Verwachting meer transparantie door horizontale verantwoording niet uitgekomen
– Gebrekkig zicht op hoeveel leerlingen extra ondersteuning nodig hebben en krijgen
– Door gebrekkig inzicht komen ongewenste ontwikkelingen mogelijk niet aan het licht
– Zicht op onderwijsinvesteringen niet beter
Lees de rest van de conclusies uit het Rekenkamerrapport en je weet dat de staatssecretaris de werkelijkheid verdraait (anderen zouden zeggen: bij elkaar fantaseert).

Als iedereen, die dit leest, zijn politieke vertegenwoordigers nu eens vragen om heldere en duidelijke vragen te stellen in de Kamer, en de staatssecretaris uit te laten leggen hoe een en ander naadloos bij elkaar aansluit, dan komt ons verhaal over werkdruk nog beter aan de orde.
Werk aan de winkel!

Dit bericht is geplaatst in Onderwijs, Politiek. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *