Ik moest er nog een weekje over nadenken… Wat te doen om te voorkomen dat de publieke sector nog verder verpaupert, als staken niet helpt en de private sector slechts naar de eigen portemonnee kijkt…
In ‘de geest 1’ heb ik de huidige situatie van werken in de publieke sector geschilderd: politie en justitie, zorg, onderwijs… Reorganisatie op reorganisatie, niet-werkende ict-systemen, fraude, bureaucratie en het door regering en volksvertegenwoordiging wegschuiven van verantwoordelijkheid naar lagere niveau’s, zonder bijpassende financiering. Sinds mijn vorige artikel kwamen er wat interessante nieuwtjes boven: schrikbarend stijgend ziekteverzuim bij de politie, steeds meer problemen met kleuters, het aantal thuiszitters ondanks passend onderwijs, steeds meer jeugd die door jeugdzorg niet kan worden opgevangen, de Wet Werk en Zekerheid die alles behalve zekerheid biedt, toenemende fraude bij de belastingdienst, en gemeenten die nu alles aanpakken om aan meer geld te komen. Ziedaar de gevolgen van een financiele crisis vooral van ongebreideld liberaal beleid en ontstellende hebzucht aan de top. Zo staat het er voor in Nederland. Chargeren mocht, maar ik heb het maar weinig gedaan, aldus de media.
Met de moed der moedelozen slepen dagelijks steeds meer werkenden in de publieke sector zich naar hun werk. Of niet, en dan blijven ze ziek thuis.
Steeds minder mensen voelen zich nog verantwoordelijk voor die dankbare taak van werken in de zorg of onderwijs, of het veilig maken van onze straten. Zij doen hun papieren of digitale excercitie (in het kader van kwaliteitscontrole), en zijn allang de spirit kwijt, wetend dat het niet gewaardeerd wordt, noch in slaris, noch in andere arbeidsvoorwaarden..
Ondertussen maakt de overheid zich druk over andere dingen: wel of niet een nieuwe belastingwet, de vluchtelingeninstroom, werkloosheid die maar niet dalen wil, het laag houden van de belastingdruk voor multinationals, en, nu Nederland voorzitter is van de EU: hoe houden we Europa bij elkaar?
Daar zitten wel wat zaken tussen die belangrijker zijn dan de arbeidstevredenheid van werknemers in de publieke sector, of niet soms? Het grootste hobby-project van onze politieke voorlui, de Europese Unie met haar minstens zo totalitaire opzet als menige dictatuur (wellicht is het enige verschil dat men doet alsof het een geslaagde democratie is met parlement en ambtenarenapparaat) staat te schudden op zijn in der haast in elkaar getimmerde grondvesten. Het is buigen of barsten, en dat is wel wat belangrijker dan de elastische reklengte van werknemers in de publieke sector, niet waar?
Zo raakt ‘verbinding’ tussen mensen en werk in de publieke sector op drift. Mooie toetsenberekeningen laten helaas één werkelijkheid onbesproken: die van toenemende demotivatie op de werkvloer.
Dergelijke verschijnselen zien we ook bijvoorbeeld in verbinding tussen overheid en burgers, tussen bedrijf en werknemers, tussen patient en behandelaar….
Hoe heet dat elders ook al weer? Noemen we dat niet: ontbinding?