“Niet normaal maken, wat niet normaal is.” Woorden van onze Koning tijdens de herdenking op 4 mei jl.
Ik heb er deze week regelmatig aan terug gedacht. Want wat zal hier bedoeld zijn? Het ging in zijn rede o.a. over het zwijgen van veel Nederlanders bij het wegvoeren van medelanders. Een onderwerp dat bij voorkeur wordt verzwegen. Immers: het is altijd prettiger ‘de Duitsers’ de schuld te kunnen geven van de moord op miljoenen, dan te erkennen dat er velen waren in Nederland die het afvoeren van buren en kennissen stilzwijgend lieten gebeuren. Niet normaal.
Toch moest ik zelf meteen ook denken aan het moderne nieuwe normaal. Het normaal van anderhalve meter, handen wassen en niezen in je elleboog. Het normaal van opsluiten van oude mensen, thuis werken, kinderen op afstand. De hysterie in de media, ook een nieuw normaal. Het normaal van het opofferen van grondwettelijke vrijheden en rechten. Aan een premier, die dit nieuwe ‘normaal’ er bij zijn volk in praat.
Oké. Er waart een virus rond. Eentje waarvan nog niet veel bekend is. Eentje waarvan we de komende maanden zullen weten of het tot meer of minder doden lijdt dan een vervelende influenza-uitbraak. Uitkijken geblazen dus.
Maar is het nu plotseling ook ‘normaal’ dat het nooit meer gewoon ‘normaal’ wordt? Dat handen schudden, een knuffel, definitief abnormaal wordt? Dat het ‘normaal acceptabel’ wordt dat oude mensen in verpleeghuizen doodalleen dood mogen gaan? Dat je iedereen als een melaatse passeert? Dat je de TV niet aan kunt zetten of je wordt bestookt met ellende? Dat je land geregeerd wordt door virologen in plaats van je democratisch gekozen vertegenwoordigers?
Ik weet niet of de Koning hier ook op doelde, maar ik hoop het stiekem wel. Bij mij zal dat ‘nieuwe normaal’ er nooit ingaan. Nooit.