Perfectie

Het is de tijd van regelmatige dagverslagen in huize Sybesma. In de meeste gevallen hebben mijn tieners niet zo veel te melden over hun schoolavonturen, behalve dat er sprake is van onmatigheid: onmatig saai, onmatig stupide, onmatig zinloos. Of er moet toevallig al iets geeeniaaalls gebeurd zijn. Of cool.
’t Is so wie so al moeilijk voor een tienerouder om te begrijpen waar het allemaal over gaat. Ik heb er net met mijn vrouw over gehad of het niet verstandig is tussen 16 uur en 20 uur een tolk aan te laten schuiven. Zeg nou zelf: wat moet je met termen als didde, boetie of dashen…. Een term als ‘lulijzer’ doet bij mij nog wel wat associaties oproepen, maar ik heb toch echt geen idee wat ‘de puta madre’ betekent.
Dan is het toch nog maar een makkie als leraar in het basisonderwijs. Het Groene Boekje levert nog voldoende input.

Maar goed, terug naar de dagverslagen. Zoonlief van 15 maakt zich onledig in een toetsweek. Dat geeft thuis de nodige stressoprispingen, maar goed: een beetje ouder moet daar begrip voor kunnen opbrengen. Het is immers geen makkie zulke hoeveelheden tekst te moeten opslurpen, waarvan je de zin geheel niet inziet, en waarbij je het vermoeden hebt dat er sprake is van een groot treitercomplot van een stelletje mislukte wijzen. Neem me de taal niet kwalijk, ik ben ook maar de boodschapper. We doen het er maar mee als ouders, lijden zelf in stilte (dat helpt), smeren een broodje en schenken een gezond drankje. Denken te weten dat het over zal gaan. Ooit.
We horen aan hoe erg het was, hoe de toetsterreur het lijf van de tiener leegzuigt, hoe volslagen onmatig groot het onbegrip van ‘de leraren’ is, en zo nog wel wat.

Maar dan, na deze inleiding, wordt een beeld geschetst van de toedracht in het toetslokaal. En eerlijk: dat is schokkend.

Stel je voor. Jij zit bij een collega in het lokaal op een uur dat er een cito-toets wordt afgenomen. Je weet welke afspraken daarover zijn gemaakt. Je ziet of hoort dan ook niets bijzonders in de instructie. Prima toch? Zo zou jij het ook doen. Ongeveer.
Maar wat nu als er te weinig toetsboekjes zijn klaargelegd? Wat nu als de potloodpunten niet geslepen blijken te zijn? Wat nu als de collega vergeten is voldoende toetsbladen af te drukken? Wat nu als de ene na de andere vinger omhoog gaat om wc-bezoek af te dwingen? Dat zal toch zeker nooit zo plaatsvinden?

Luister en huiver bij de verhalen van zoonlief in het VO. Een docent die bij de toets toezicht moet houden: wel ingeroosterd, niet aanwezig wegens bezoek aan buitenland. Voor een groep leerlingen met aparte toetseisen: onvoldoende laptops aanwezig. Toetsmaterialen uitgedeeld, maar dan blijken de toetsboekjes er niet te zijn. Volgende dag: weer onvoldoende laptops. Leraren die niet op de hoogte zijn van de wijze waarop dyslectische leerlingen de toets mogen afleggen. Docenten die vrij luid en duidelijk fluisterend de voortgang van oplossen bespreken, in het geheel niet gericht op het creeren van een optimale omgeving voor een toetsuur… Waarna er weer een leerling komt melden dat er twee laptops te weinig zijn. Snel gehaald. Alras de volgende vraag: er zijn een aantal batterijen bijna leeg. Te weinig laders. Snel laders laten halen. Te weinig schakelblokken om de stekkers van de laders op aan te sluiten. Snel gehaald. De helft van de toetstijd zit er op. De toezichthoudend docent moet gewisseld worden, omdat ie elders les moet geven, maar: zijn vervanger is niet geregeld en dus niet aanwezig. Wederom luidruchtig gefluister.

Ik hoor het verhaal aan als ouder. Een tiener zegt veel. Met luide stem. Weet van overdrijven. Maar nog iets. Er wordt hier wel een beeld geschetst. Tot in detail.

Waar ik mezelf op betrap is dat ik wel meevoel met die leraren en hun reageren. Het zijn ook maar mensen, toch? Of is dit subjectief? Er is ook een knoop in de maag: het feit dat dag in dag uit op zulke, voor pubers spannende toetsdagen, de boel gewoon niet op orde is. Dat er niet een geest van perfectie heerst om optimale omstandigheden te creeren. Dat er drie dagen op rij niet voor gezorgd wordt dat de materialen op de juiste tijd en plek aanwezig zijn. Drie dagen op rij dezelfde stommiteiten.

Natuurlijk is niet altijd alles perfect. Je bent, ook als leraar, maar een mens. Maar er is toch niets op tegen naar perfectie te streven? De leerling gaat toch altijd boven alles?

Nog twee toetsdagen te gaan, als ik dit schrijf. Ik wacht nog af… met kromme tenen, dat wel.

Dit bericht is geplaatst in Levenslessen, Muizenissen. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *