2019: jaar van de professie

Eindelijk: een mooie week voor het onderwijs en de onderwijsmensen….
Mijn week begon met de ontvangst van een blog van de basismeester, die duidelijk maakt dat ‘wij in het onderwijs’ best professioneel gedrag mogen vertonen om te zorgen dat werkdruk naar beneden gaat, hij stelt dat dat niet vanzelf gaat, en dat geklaag ook geen oplossing biedt. Helemaal mee eens!
Een tweede heuglijk feit: de CITO-eindtoets wordt niet opnieuw de enige graadmeter, zo sprak de Kamer in een motie uit.
Wat mij betreft pakken scholen ook hier weer de regie terug van de onderwijsinspectie (smeedt het ijzer, als…). Toetsing kan maar één doel hebben: weten wat de stand van zaken is, zodat goede keuzes voor het vervolg kunnen worden gemaakt. Die keuzes zijn breder dan extra rekenen, extra taal, extra spelling, extra lezen etc, zoals het nu vaak wordt toegepast.
Maar het goede houdt nog niet op.
‘De Luizenmoeder’ is gestart met het tweede seizoen. Zo konden we meteen al weer hilarisch om ons wereldje lachen.
En: zondag 10 februari een item in Nieuwsuur, waarin werd aangetoond dat het ouderwetse rekenen betere resultaten oplevert, er bleek zelfs een leraar te bestaan die er rond voor uit durfde te komen dat hij kinderen op de ouderwetse manier leerde rekenen. Gelukkig! Ook hier blijkt dat bemoeizucht van de overheid bestreden moet worden.

Heerlijk! Gaan we dan toch eindelijk onze ruimte op eisen? Doen wat we geacht worden te doen: goed onderwijs geven?

Dit bericht is geplaatst in Onderwijs, Professie, Vakbond. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *